De oprichting
Aan het begin van de 20ste eeuw maken notabelen in Oosterbeek zich zorgen over de huisvesting van de arbeiders in hun dorp. Op initiatief van de heer Van Deventer richten ze in 1909 de ‘Bouwmaatschappij A.C. van Deventer’ op met het doel nieuwe woningen te bouwen. Via het uitgeven van obligaties financieren zij de aankoop van grond en de bouw van solide arbeiderswoningen. Al in 1910 worden de eerste 8 huizen aan de Grindweg (nu Jhr. Nedermeijer van Rosenthalweg 62 t/m 76) gebouwd, in 1911 gevolgd door huizen aan de Nieuwe Landweg (nu Nieuwlandweg 1 t/m 5) en de Vogelweg.
Modern wonen
De woningen zijn voor hun tijd behoorlijk modern. Zij hebben een voor- en achterkamer, bestemd als woon- en slaapkamer. De slaapkamer heeft geen bedsteden meer, omdat men inmiddels wel weet dat dit behoorlijk ongezond is. Daarnaast zijn de huizen voorzien van een afgescheiden keuken en een kelder en twee slaapkamers op de zolderverdieping. Bovendien staan de huizen op een aardig lapje grond. Grond is voor alle arbeidersgezinnen essentieel om er aardappelen en groenten op te verbouwen en om kippen of duiven te houden. Ook het mesten van een varken is voor de huurders van groot belang en daarom zijn alle huizen voorzien van een stenen schuur, waarin varkenshokken met een voederbak zijn gebouwd. Ook aan de voorkant hebben de huizen een stukje grond, maar dit is uitsluitend bestemd als voortuintje, waar de bewoners ’s avonds op een bankje kunnen uitblazen van een lange werkdag.
Huurders
De woningen van de Van Deventerstichting hebben van meet af aan een goede naam en aan huurders dus geen gebrek. Het bestuur staat voor de moeilijke taak een goede keuze te maken en stelt daarom een aantal criteria op om tot een weloverwogen besluit te komen. Zo moet de aspirant-huurder redelijkerwijs in staat zijn de huur op te brengen. Het liefst ziet het bestuur dat er vast werk is. Daarnaast moet hij van onbesproken gedrag zijn. En natuurlijk moet het bestuur er op kunnen rekenen dat de nieuwe huurders het huis netjes zullen bewonen. Om van dit laatste een indruk te krijgen gaan enkele bestuursleden bij de aspirant-huurders thuis op bezoek. Gelukkig tonen ze wel begrip voor de moeilijke omstandigheden waarin sommige bewoners verkeren: “Vocht, lekken, slechte indeling en weinig onderhoud door de eigenaren, maken het voor de bewoners vaak ondoenlijk alles even netjes er uit te laten zien, of dooft bij velen de lust er toe uit.” Wanneer de aspirant-huurder aan deze drie voorwaarden voldoet, krijgt het gezin voor wie een betere huisvesting het meest urgent is de woning toegewezen.
Naar het bovendorp
In 1912 steekt de Van Deventerstichting over naar het bovendorp van Oosterbeek met de aankoop van een flink perceel tussen de Dennenkamp en de Lebretweg. Hier worden in 1913 22 huizen opgeleverd. De straat waaraan deze huizen liggen heeft nog geen naam, maar daar weet het bestuur wel raad op: het wordt de Van Deventerweg.
Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog durft de stichting een nieuw bouwproject niet aan, maar als het er naar uitziet dat Nederland neutraal zal blijven, besluit men 14 huizen te bouwen langs het Stort. De stichting noemt de straat Reuvensweg naar “hare mede-oprichter, eerste voorzitter en financieel krachtigsten steun.”
Na de oplevering van de woningen aan de Reuvensweg in 1917 heeft de Van Deventerstichting 53 huizen in bezit. Daarmee heeft de stichting in vergelijking met andere particuliere woningbouworganisaties een aanzienlijk bestand in beheer. Gemiddeld genomen ligt het aantal woningen in Nederland per organisatie op dat moment op ongeveer dertig.
“Regelen en Voorschriften”
Aanvankelijk moeten de huurders alleen een huurovereenkomst ondertekenen. Hierin worden zakelijke gegevens vermeld, zoals de huurprijs, de wijze van betalen en de opzegtermijn. Van huurbescherming is in deze tijd nog lang geen sprake. Zo kan de huur van de ene op de andere dag worden opgezegd “wanneer een der bewoners zich niet behoorlijk gedraagt of lijdt aan een ziekte die groot bezwaar voor de buren oplevert, doch in dit geval niet dan na overleg met den Gemeente-Geneesheer.” In de huurovereenkomst staat tevens dat eens in de twee weken bestuursleden kunnen komen kijken of de huurder het huis fatsoenlijk bewoont. Van dit recht wordt geregeld gebruik gemaakt. Ook de huurophaler die iedere zaterdag aan de deur komt om de huur op te halen, houdt een oogje in het zeil.
De huurovereenkomst blijkt al snel onvoldoende om de huurders in het gareel te houden. In 1915 stelt het bestuur dan ook een reglement op dat in tien punten de plichten van de huurder beschrijft. Zo dient de huurder “de woning met bijbehorende grond zindelijk, netjes en ordelijk te bewonen en te houden,” mag er niet zomaar iets in de voor- of achtertuin worden gezet en is het verboden zonder medeweten van het bestuur een winkel of bedrijf in de woning te beginnen. Om ervoor te zorgen dat de huurder dagelijks aan de “Regelen en Voorschriften” herinnerd wordt, moet het papier op een duidelijk zichtbare plaats in de woning worden ophangen en moet de huurder ervoor zorgen dat het “in goeden staat, onbedekt en zindelijk en goed leesbaar blijft.”
Jaren dertig
Pas aan het eind van de jaren twintig worden er opnieuw huizen gebouwd, ditmaal aan deStephanieweg en aan de oostzijde van de Reuvensweg. De nieuwe bewoners weten hun huizen vermoedelijk wel te waarderen. Ze zien er vriendelijk uit met hun aardige gevelwand en plantenbakken, de keuken met bewerkte schoorsteen en keukenkastjes met paneeldeurtjes. Bovendien hebben de huizen een moderne elektrische installatie met maar liefst acht lichtpunten en twee stopcontacten.
In 1934 volgt een bouwproject in het verlengde van de Hilhorstweg, de latere Van Ewijkweg. Ook deze woningen hebben een bijzonderheid: een bijkeuken met privaat met een “droog closet van wit verglaasd aardewerk, voorzien van een beukenhouten zitting met deksel aan koperen zijscharnieren en koperen bouten.”
In 1935 bestaat de Van Deventerstichting 25 jaar. De Oosterbeeksche Courant staat hier uitgebreid bij stil en beschrijft hoe het woningbezit aangroeide van 8 tot inmiddels 78 woningen. Aan het eind concludeert de krant: “Maar hoe de tijden ook veranderden, aan één beginsel bleef ’t bestuur getrouw: de candidaten te kiezen uit de slechtst behuisden en menig gezin onderkomen in een ellendige omgeving, is op deze wijze gebracht tot gezondheid en welvaart. De lange candidatenlijsten bewijzen hoezeer de woningen op prijs gesteld worden en de zeldzaam voorkomende huurschuld toont, dat men daartegenover de verplichting gevoelt. Slordige bewoning is zeldzaam; in ’t algemeen kan men zeggen, dat de nette omgeving de menschen opvoert tot hooger peil.”
Oorlogsschade
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog blijkt er in Oosterbeek vrijwel geen woning onbeschadigd te zijn. In totaal zijn 46 arbeidershuizen, 226 middenstandswoningen (waarvan ongeveer de helft winkels) en 39 grote villa’s volledig verwoest. Dit betekent dat een achtste deel van de woningen in Oosterbeek verwoest is, landelijk een heel hoog percentage.
Wat de 78 woningen van de Van Deventerstichting betreft, zijn die aan de Vogelweg er het ergste aan toe: alle 6 zijn volledig afgebrand. Andere huizen hebben behoorlijke schade en van vrijwel allemaal zijn de deuren gestolen, de houten vloeren weggebroken en is er geen ruit meer heel. De bewoners zelf doen er alles aan om hun huis zo spoedig mogelijk weer bewoonbaar te maken. Eenvoudig is dit niet, want er is een hevig gebrek aan materialen zoals glas, hout, verf en behang, en voorzieningen als gas en water laten het ook nogal eens afweten.
De herbouw aan de Vogelweg wordt aangegrepen om de huizen ruimer op te zetten. Ook komt er een douchecel, al is dat een groot woord voor een ruimte waar alleen een kraan voor koud water wordt aangelegd. De schuurtjes krijgen nog steeds een uitloopplaats voor het varken, al zijn er gezinnen waar de vrouw des huizes zich begint te verzetten tegen de stank die het dier met zich meebrengt en de ratten die op het varkensvoer afkomen. De grote tuinen, die achter vrijwel alle huizen van de stichting liggen, zijn nog wel bij iedereen in trek. De groenten uit eigen tuin vormen net als voor de oorlog een welkome aanvulling op het krappe weekloon.
Verkoop
Aan het eind van de jaren vijftig verschijnt er naast de besprekingen over reparaties, modernisering en nieuwbouw een nieuw punt op de agenda van de bestuursvergaderingen van de Van Deventerstichting: het verzoek van de huurder de woning te mogen kopen. Overigens is er al in 1947 een pand verkocht tegen een verkoopprijs van f 3.000.
Aanvankelijk is er weinig animo bij de huurders om woningen te kopen, maar in 1972 bestaat het woningbestand alleen nog uit de 6 woningen aan de Vogelweg en de 9 woningen aan de Van Ewijkweg. Anno 2014 is nog slechts één woning in het bezit van de stichting.
Een nieuwe doelstelling
In 2001 wordt de ‘Bouwmaatschappij “A.C. van Deventer”. Stichting voor Woningbouw’ opgeheven en wordt de ‘Stichting A.C. van Deventer’ opgericht. Deze stichting heeft als doelstelling “Het ondersteunen van projecten op het gebied van welzijn, onderwijs, cultuur en gezondheidszorg in de gemeente Renkum, voor zover reguliere overheidsfinanciering hierin te kort schiet.” Het bestuur komt gemiddeld vier maal per jaar bijeen en buigt zich dan over de aanvragen voor financiële ondersteuning. Deze aanvragen bewegen zich op een breed scala aan terreinen: van voorzieningen voor kwetsbare groepen in de Renkumse samenleving tot milieueducatie. Bij de beoordeling wordt gekeken of het project mag rekenen op steun vanuit de bevolking en of het voldoende concreet is. Ook probeert het bestuur bepaalde instellingen met elkaar te verbinden of projecten meer diepgang te geven. De Van Deventerstichting kan hiermee worden gezien als de ‘smeerolie’ in de Renkumse gemeenschap. Met de financiële steun, maar soms ook door alleen contacten te leggen, kan soms net dat zetje worden gegeven om een mooi idee ook werkelijk te realiseren.
Overzicht van woningen
Woningen die van 1910 tot en met 1956 door de A.C. van Deventerstichting werden gebouwd of herbouwd:
Jaar | Adres | Aantal huizen |
1910 | Grindweg, nu Jhr. Nedermeijer van Rosenthalweg 62 t/m 76 | 8 |
1911 | Nieuwe Landweg, nu Nieuwlandweg 1 t/m 5 | 3 |
1911 | Vogelweg 25 t/m 35 (herbouwd in 1946) | 6 |
1913 | Van Deventerweg 2 t/m 20 (nr 2 is nu Dennenkampweg 3a) en 1 t/m 23 (nr 1 is nu Dennenkampweg 1 en nr 3 is nu Dennenkampweg 3) | 21 |
1916 | Reuvensweg west 28 t/m 54 | 14 |
1927 | Stephanieweg 1 t/m 11 | 6 |
1929 | Reuvensweg oost 17 t/m 39 (nr 39 is nu Van Ewijkweg 52) | 12 |
1934 | Van Ewijkweg 40 t/m 50 | 6 |
1949 | Keerweer 22, 24 en 28 | 3 |
1956 | Van Ewijkweg 22 t/m 38 | 9 |
Totaal | 88 |